Het volgende kabinet moet de overheidsfinanciën beter op orde brengen, is het advies van de belangrijke Studiegroep Begrotingsruimte. Op de wat langere termijn moet het kabinet al helemaal ingrijpen: vanaf 2028 moet er 17 miljard euro extra gezocht worden voor de staatskas. De vraag of dit wordt opgehaald via hoge belastingen of wordt bespaard door te bezuinigen, is een politieke keuzes, aldus de studiegroep. Maar het volgende kabinet moet wel voorkomen dat het begrotingstekort te ver oploopt.
De topambtenaren die de studiegroep vormen, geven aan dat vooral moet worden gekeken naar de oplopende zorg- en klimaatkosten, evenals de hogere uitgaven als gevolg van de vergrijzing. Deze oplopende kostenposten dreigen ertoe te leiden dat aan andere problemen minder geld kan worden uitgegeven. Bovendien worden "zonder ingrijpen rekeningen doorgeschoven naar toekomstige generaties", aldus de ambtenarengroep.
In het advies van de Studiegroep, een belangrijk beginpunt voor een volgend kabinet, uiten de betrokken ambtenaren flinke kritiek op het begrotingsbeleid van het kabinet-Rutte IV. "De afgelopen kabinetsperiode zijn onvoldoende scherpe keuzes gemaakt en is ervoor gekozen om maatschappelijke uitdagingen veelal met extra geld op te lossen." Het kabinet had veel ambities, die lang niet altijd uit te voeren waren. "Met als risico dat (...) beloften niet worden waargemaakt."
Een toekomstig kabinet moet niet dezelfde fouten maken, en moet kijken naar het geld dat op de plank is blijven liggen, omdat het vorige kabinet het niet uitgegeven kreeg. Tegelijkertijd moet een nieuw kabinet bij bezuinigingen voorzichtig zijn "om onnodige economische en maatschappelijke schade op korte termijn en in de toekomst te vermijden".
Scherpe keuzes, als "hervormingen, normeren en beprijzen" zijn dan ook broodnodig volgens de studiegroep. Daarmee doelen de ambtenaren op hervormingen om kosten te beteugelen, en een beleid van strengere regels en heffingen of boetes in plaats van subsidies en belastingvoordelen om bepaald bedrag aan te moedigen.