Afvalverwerkers hebben dit jaar 65 miljoen euro schade geleden door ontploffende lachgascilinders, meldt de Vereniging Afvalbedrijven. Volgens de brancheorganisatie is het een wonder dat tot dusver geen mensen gewond zijn geraakt.
De lachgascilinders worden gedumpt in het restafval en exploderen vervolgens in vuilniswagens en verbrandingsinstallaties. Dit jaar zijn er al duizenden cilinders ontploft in ovens van afvalverwerkers. "Dat zijn tientallen ontploffingen per week", zegt een woordvoerder. "Regelmatig moeten installaties daarvoor geheel stil worden gelegd."
Lachgas staat sinds begin dit jaar op de lijst van verboden middelen van de Opiumwet. Voorafgaand aan het verbod konden de cilinders nog worden ingeleverd. Dat gebeurde massaal omdat het statiegeld vaak 30 euro per cilinder bedroeg. Sinds het verbod wordt er geen statiegeld meer betaald. Maandelijks belanden tienduizenden lege en halfvolle lachgascilinders na gebruik nu op straten, pleinen, in de natuur of in afvalcontainers.
Samen met de Nederlandse Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (NVRD) hebben de afvalbedrijven in een vroeg stadium al de noodklok geluid bij de departementen van Justitie, Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Die houden volgens de branche echter vol dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen het verbod op lachgas en de gedumpte cilinders.
Het zijn vooral medewerkers van verbrandingsinstallaties en vuilniswagens die grote risico's lopen door ontploffende cilinders, zegt de woordvoerder. Maar ook omstanders lopen gevaar. "Vaak zijn de cilinders nog deels gevuld. Als die in een kraakperswagen worden samengeperst en ontploffen, springen ze tientallen meters weg."
Cabines van grijpinstallaties bij de afvalverwerkers zijn inmiddels voorzien van gewapend glas om medewerkers tegen de rondvliegende projectielen te beschermen. Waar mogelijk worden de cilinders er zoveel mogelijk met een kraan of de hand uitgepikt. "Maar het gaat om duizenden stuks, dus komen er ook nog steeds veel flessen in de verbrandingsovens terecht. Als er daar eentje ontploft, moet de installatie regelmatig worden stilgezet. En voordat zo'n centrale weer is opgestart, is er soms alweer een dag en vaak veel langer voorbij."
De NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven hebben vorige maand in een brief aan de Tweede Kamer al hun grote bezorgdheid geuit over het kabinetsstandpunt. Door de schade en veiligheidsrisico's zal de sector de kosten doorschuiven naar de gemeenten en burgers, waarschuwen zij.