De gemeenteambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van verkiezingen zijn zeer goed te spreken over de proef met een handzamer stembiljet, die bij de Europese verkiezingen in vijf gemeenten is gehouden. De Nederlandse Vereniging van Burgerzaken (NVVB) oordeelt dat het experiment "een groot succes" was en hoopt dat het compactere stembiljet bij volgende verkiezingen overal kan worden gebruikt.
In de vijf gemeenten kregen de kiezers een stembiljet waarop niet alle namen van de kandidaten stonden. De kiezers kruisten de partij aan waarop ze stemden en een cijfer dat correspondeerde met de kandidaten. Van tevoren hadden ze thuis wel het volledige overzicht gekregen en dat hing ook in het stemlokaal. Volgens de NVVB is het biljet praktischer voor zowel de kiezers als de mensen die de stemmen tellen.
Naar verhouding zijn er wel aanzienlijk meer ongeldige stemmen uitgebracht in de gemeenten met het kortere stembiljet. Bij de proef was gemiddeld 0,74 procent van de stemmen niet geldig, vergeleken met 0,18 procent in de rest van Nederland. De NVVB had van tevoren al verwacht dat een nieuw stembiljet meer ongeldige stemmen zou opleveren. "De invoering van een nieuw stembiljet heeft natuurlijk ook tijd nodig. Voorlichting aan de kiezers om te wennen aan het nieuwe biljet is daarbij van groot belang", aldus de vereniging.
Demissionair minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken noemde het experiment daags na de verkiezingen op 6 juni "ronduit positief". Er volgt nog een uitgebreide evaluatie van Binnenlandse Zaken en de Kiesraad, waarna mogelijk bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2026 het kleinere biljet landelijk wordt geïntroduceerd.