In de rechtbank in Amsterdam is de strafzaak begonnen tegen zangeres Glennis Grace. Het draait om een geweldsincident in een Amsterdamse Jumbo-supermarkt op 12 februari dit jaar. Zwijgend liep ze de rechtbank binnen door een haag van pers.
Het Openbaar Ministerie verdenkt de 44-jarige Glenda Batta, de echte naam van Grace, van openlijke geweldpleging, mishandeling met voorbedachten rade en een doodsbedreiging, zo maakte de officier van justitie bij aanvang van de zitting bekend.
Tegen de winkelmedewerker zou ze hebben gezegd: "Motherfucker, ik snijd je de keel door als je het de volgende keer weer doet", of woorden van soortgelijke strekking. De zangeres ontkent dat ze iemand heeft bedreigd in de winkel, waar eerder die avond haar zoon Thony zou zijn aangesproken op het roken van een elektronische sigaret.
Het geweld en de mishandeling bestond volgens het OM uit het vastpakken en achterna rennen van drie Jumbo-medewerkers. Ook zou ze een medewerker tegen het hoofd hebben geslagen en een knietje of trap hebben gegeven.
Op de tenlastelegging van haar ex-vriend Dion K. (27), die geen advocaat heeft, staat onder de noemer mishandeling dat hij een medewerker (meermaals) met de vuist in het gezicht heeft geslagen, een andere medewerker heeft getrapt en of op de grond heeft gegooid en aan diens haren heeft getrokken. Ook hij wordt verdacht van bedreiging. Zo zou hij hebben gezegd: "Als je nog een keer met je tengels aan een jongen van 15 zit, dan pak ik mijn mes en steek ik je oog uit je kop en sla je tanden uit je bek, pannenkoek".
In de strafzaak staan ook twee Amsterdammers van 20 en 21 en een 51-jarige man uit Amsterdam terecht op verdenking van openlijk geweld. De 21-jarige is vanwege de media-aandacht niet aanwezig en laat zich vertegenwoordigen door een advocaat. De twee minderjarigen, de zoon en een vriend, staan donderdag voor de kinderrechter.
Beelden van hun vermeende misdragingen in de supermarkt worden woensdag niet in de rechtbank getoond. In het dossier staat dat Thony uit de winkel is gezet en vijf keer terugkeerde, zo droeg de rechtbankvoorzitter voor. Op enig moment gooide hij een winkelmandje naar de medewerkers. Hij zou hebben geroepen: "Je weet niet wie ik ben, je weet niet met wie je te maken hebt." Ook dreigde hij: "Ik kom met meer mensen terug. Jullie krijgen allemaal twee kogels door je kop".