Het gerechtshof in Amsterdam doet maandag uitspraak in de geruchtmakende zaak rond de ontvoering van het meisje Insiya. Het destijds 2-jarige kind werd in september 2016 met geweld weggehaald uit het huis van haar oma in Amsterdam-Oost. Volgens het Openbaar Ministerie was de ontvoering een grondig voorbereide operatie. De vader van het kind, Shehzad H. (44), is hoofdverdachte, omdat hij het brein achter het geheel zou zijn geweest. In hoger beroep heeft justitie negen jaar cel tegen hem geëist.
H. lag destijds in scheiding met de moeder van Insiya, Nadia Rashid. Zij strijdt al jaren voor terugkeer van haar dochter, die door haar vader naar India werd meegenomen en daar nog steeds verblijft. "Ik zal niet stoppen totdat Insiya weer thuis is, hier in Nederland, bij mij", zei Rashid in april in een verklaring voor het hof.
Tegen de vijf uitvoerders van de ontvoering heeft het OM straffen variërend van achttien tot vijftig maanden geëist. H. zou hen tegen betaling voor de ontvoering hebben geworven.
De rechtbank legde H. in 2020 negen jaar cel op. Hij is in India en woont de processen tegen hem niet bij. Wel laat hij zich door een advocaat vertegenwoordigen. De andere verdachten kregen van de rechtbank straffen tot ruim vier jaar. Geen van hen zit momenteel vast. "Een voor Nederlandse begrippen ongekende kinderontvoering", zei het OM bij de onderbouwing van de strafeisen in hoger beroep.
Rashid voerde talloze gerechtelijke procedures tegen haar ex-man, ook om contact te kunnen houden met haar dochter. Volgens de vrouw saboteert H. de mogelijkheden hiertoe "op sadistische wijze". Sinds 2018 heeft Rashid haar dochter in totaal nauwelijks twee uur gesproken, via Skype. Alleen zij heeft het ouderlijk gezag over het kind, H. verloor dat via een van de procedures.