Willem Holleeder heeft vrijdag in de slotfase van het strafproces tegen hem een tipje van de sluier opgelicht over zijn persoonlijke leven. "Ik heb nooit gangster willen worden", zei hij onder meer. Maar spijt van zijn vroegere misdaden, zoals de ontvoering van biermagnaat Freddy Heineken (in 1983), vindt hij "niet realistisch".
Vast onderdeel van een proces is de bespreking van de persoonlijke omstandigheden van een verdachte. Een persoonlijkheidsonderzoek heeft Holleeder (63) nooit zien zitten. "Ik heb daar geen vertrouwen in", zei hij, in een toelichting op zijn consequente weigering op dat punt.
Holleeder verblijft al jaren in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, in voorarrest. Hij staat in hoger beroep terecht voor het geven van een reeks moordopdrachten. De rechtbank heeft hem hiervoor levenslang opgelegd. Holleeder ontkent categorisch. "Ik ga mijn eigen pad, maar ik ben niet iemand die opdracht geeft voor liquidaties. Wel iemand die een vechtpartij kan hebben. Ik ben een bullebak, een jongen van de straat, opgegroeid in de Jordaan. Je moest voor jezelf opkomen, een beetje schreeuwen. Maar daar zit geen kwaad in."
Holleeder meent dat zijn opvoeding bepalend is geweest voor de man die hij is geworden. "Ik heb geen gemakkelijke jeugd gehad, ik werd iedere dag door mijn vader in elkaar geslagen. We hadden geen geld. Natuurlijk zou ik dit pad niet willen bewandelen. Tegen kinderen zeg ik altijd: ga nooit zo doen als ik, doe het niet. Als ik de gelegenheid en de mogelijkheid had gehad het anders te doen, had ik hier niet gezeten."
Vanuit de EBI heeft Holleeder geen enkel contact met de buitenwereld. Hij ontvangt geen bezoek, belt niet en beantwoordt geen post. Op de vraag of dat niet enorm eenzaam is, reageerde hij: "Daar heb ik geen last van. Ik ben best hard voor mezelf. De dingen zijn zoals ze zijn."
Het totale gebrek aan contact met zijn kinderen maakte wel emoties bij Holleeder los. "Ik kan mijn zoon niet zien. Dat is heel moeilijk, maar ik accepteer het."
In 2007, kort na de start van een eerder strafproces (over afpersingen), kreeg Holleeder ernstige hartproblemen. Zijn leven hing geruime tijd aan een zijden draadje, artsen voorspelden dat hij twee tot hooguit vijf jaar te leven zou hebben. Holleeder: "En nu is het veertien jaar. Ik leef nog." Hij moet dagelijks een grote hoeveelheid medicijnen slikken en wordt elke zes maanden gecontroleerd.
Op 24 november begint het Openbaar Ministerie aan zijn slotbetoog, dat moet uitmonden in de strafeis. Mogelijk dat op 22 november nog een getuigenverhoor plaatsvindt. De uitspraak van het hof staat gepland voor volgend jaar juni.