De huren in de vrije sector mogen komende jaren niet harder stijgen dan de cao-lonen óf de inflatie, plus een procentpunt. De Tweede Kamer heeft dinsdag een amendement aangenomen waarin dat is vastgelegd. Het wetsvoorstel van het kabinet ging alleen uit van de cao-lonen om de maximale stijging van de huren te bepalen.
Met het wetsvoorstel, dat ook is aangenomen, blijft het plafond dat sinds 2021 geldt voor de huren in de vrije sector tot mei 2027 in stand. In de oorspronkelijke wet gold de inflatie plus een procentpunt als maximumstijging, maar toen de inflatie rap steeg door de oorlog in Oekraïne werd de wet aangepast om de "laagste van de twee" te kiezen - óf de lonen, óf de inflatie. Het kabinet wilde het plafond verlengen, maar wel weer beperken tot de lonen.
"Ik denk dat dat niet verstandig is", zei demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) vorige week over het amendement dat nu is aangenomen. "Omdat inflatie en loon een beetje om elkaar heen dansen."
De lonen en prijzen volgen door de jaren heen grofweg dezelfde lijn, redeneerde De Jonge, maar uitgaan van de laagste van de twee zorgt ervoor dat de huren in de vrije sector achterblijven. Voor verhuurders is dat "op den duur onhoudbaar", schreef de minister bij het wetsvoorstel.
"Heel blij dat de Kamer onze wijziging steunt", reageert Kamerlid Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA) desondanks op X. Hij verwacht dat het amendement dat hij samen met NSC en ChristenUnie indiende "het minste risico voor de huurder" oplevert.