Demissionair zorgminister Conny Helder heeft donderdag een groot deel van de Tweede Kamer over zich heen gekregen in het begrotingsdebat van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Een Kamermeerderheid wil speciale poliklinieken voor patiënten met langdurige covid, maar Helder wil dat niet. Onder meer PVV, GroenLinks-PvdA, CDA, ChristenUnie en de SP vinden dat Helder "tegenstribbelt", zoals CU-fractievoorzitter Mirjam Bikker zei. Daar is volgens de minister geen sprake van.
Het is volgens Helder (VVD) aan het zorgveld om te bepalen hoe de zorg rondom deze patiënten het beste kan worden geregeld. Ze wil niet op de 'stoel van het veld' gaan zitten door nu te bepalen dat dit in gespecialiseerde poliklinieken moet.
Eind februari is er een speciale conferentie waarin zorgpartijen zich gaan buigen over de vraag op welke manier "goede en passende zorg" kan worden gegeven aan deze patiënten, zei Helder. Die wordt samen met het ministerie georganiseerd. Die uitkomsten worden volgens Helder meegenomen bij verdere besluiten hierover.
Het zorgveld wíl juist dat er speciale poliklinieken komen, wierpen onder meer Bikker en Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA) tegen. Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich vorig jaar achter een motie geschaard die het kabinet opriep om ervoor te zorgen dat die poliklinieken er komen. Die was door toenmalig zorgminister Ernst Kuipers ontraden. Op haar beurt heeft Helder donderdag een wijzigingsvoorstel van Bushoff ontraden. GroenLinks-PvdA wil 27 miljoen euro uit de VWS-begroting besteden aan die speciale poliklinieken.
"De minister trapt op de rem", vindt Bushoff. Ook PVV, CDA en SP hadden tijdens het debat geen goed woord over voor de houding van Helder. "Hoe harder de minister zegt dat ze niet tegenstribbelt, hoe duidelijker het wordt dat de minister het niet ziet zitten", zei CDA-Kamerlid Harmen Krul.
Op zijn vraag wat de minister gaat doen als een Kamermeerderheid volgende week dinsdag met het wijzigingsvoorstel instemt, gaf Helder geen antwoord. "Daar wil ik niet op vooruitlopen."
Het kabinet kan een motie van de Kamer naast zich neerleggen. Dat geldt niet voor voorstellen om de wet aan te passen (amendementen).