De Kunstenbond mist in het advies van de Raad voor Cultuur voor een nieuw (subsidie)bestel na 2028 een "goed en doordacht kunstenaarsbeleid om de werkenden in de culturele en creatieve sectoren perspectief te bieden op werk en inkomen". Geld en bindende afspraken zijn daarvoor nodig, aldus de belangenorganisatie.
"De praktijk leert dat eerlijke betaling, goede contracten, meer zekerheid en een veilig en inclusief werkveld geen vanzelfsprekend gegeven is, terwijl dit wel zo zou moeten zijn", zegt de bond bij de presentatie door de raad van de schets voor de toekomst vanaf 2029. Ze wijst ook op bezuinigingen en versoberingen van de laatste jaren, hoge kosten voor bijvoorbeeld ateliers en de dreun die ook kunstenaars te verwerken kregen door de corona-epidemie.
De Kunstenbond ziet "een uitdagende taak" voor de bewindspersoon voor cultuur om met de collega's van onderwijs, sociale zaken en werkgelegenheid, binnenlandse zaken, financiën en economische zaken een beleid te ontwikkelen dat kunstenaars een redelijke kans geeft op een acceptabele economische positie.
Al het rijksgeld voor kunst en cultuur moet volgens de Raad voor Cultuur vanaf 2029 worden verdeeld door één fonds, dat landelijk en ook per provincie werkt. Daardoor zouden de verschillende regio's én de diverse vormen van kunst en cultuur een eerlijker en evenwichtiger aandeel krijgen uit de subsidiepot. Het budget moet verder met 200 miljoen per jaar omhoog, aldus het adviesorgaan.