Noord-Holland kent sinds 2018 een raadplegend referendum, maar de verordening die dat regelt vertoont allerlei technische en juridische gebreken. De provinciale politiek wil die repareren, bleek maandag in een debat over een voorstel van Gedeputeerde Staten de verordening tijdelijk buiten werking te stellen.
De afgelopen jaren zijn twee referenda aangevraagd, over regionale energiestrategieën (RES) en normen met betrekking tot windturbines. Provinciale Staten wezen die af "om redenen van spoedeisend belang". De rechter heeft het beroep daartegen afgewezen.
Het dagelijks provinciebestuur vindt het onverantwoord en risicovol om de huidige referendumverordening te handhaven. "Inwoners hebben recht op duidelijkheid", zei commissaris van de Koning Arthur van Dijk. Hij voerde onder meer aan dat het mogelijk moet zijn om met behulp van DigiD digitaal te stemmen, iets wat nu niet kan.
Hij opperde ook om sommige onderwerpen uit te sluiten voor een referendum. Van Dijk wees er verder op dat Noord-Hollanders geen directe beslissingsbevoegdheid hebben in het referendum, omdat het raadplegend is.
Het voorstel om de verordening tijdelijk buiten werking te stellen en de werkgroep burgerparticipatie van Provinciale Staten met voorstellen voor een alternatief te laten komen, lijkt te kunnen rekenen op een meerderheid. De vraag is nog wel hoelang het moet duren voordat een nieuwe vorm van inspraak vorm heeft gekregen. Enkele partijen willen dat voor de kerst geregeld zien, maar de voorzitter van de werkgroep, Maik de Weerdt van Volt, denkt eerder aan achttien maanden.
Onder meer GroenLinks-fractievoorzitter Anouk Gielen voerde aan dat het huidige instrument duidelijk onvoldoende werkt en alleen maar tot frustratie leidt. Net als de VVD, die ook in de coalitie zit, vindt zij dat de werkgroep participatie breed de ruimte moet krijgen om inspraak van inwoners te organiseren. "Dat kan ook iets anders zijn dan een referendum."