Het staat volgens de politie nog niet vast dat op de plaats van de verwoestende explosie en brand op de Schammenkamp in Rotterdam-Zuid een cocaïnewasserij zat. "Wij zijn nog niet zover met het onderzoek om die conclusie te trekken", zegt een Rotterdamse politiewoordvoerder naar aanleiding van berichtgeving in De Telegraaf.
Volgens de krant, die zich baseert op bronnen rond het onderzoek, werd in de garage cocaïne gewassen. Dat is een chemische methode om de drugs uit andere voorwerpen, zoals kleding en vloeibare stoffen, te halen, zonder dat er veel van het witte poeder verloren gaat. Bij dat proces zijn licht ontvlambare middelen zoals aceton en zoutzuur nodig. In de puinhopen zijn containers gevonden waar deze stoffen mogelijk in zaten. De politie zei eerder wel te vermoeden dat in een bedrijfspand onder een appartementencomplex een drugslab zat.
In de periode voorafgaand aan de explosie zijn twee meldingen van stankoverlast geregistreerd, maar die leverden geen bewijs op voor een drugslab. "We hebben na de explosie best wel veel tips binnengekregen die in het onderzoek zijn meegenomen. De meeste informatie die we na de uitzending van Opsporing Verzocht binnenkregen was bij ons al bekend", aldus de woordvoerder.
De 34-jarige Rotterdammer Jalal O., de verdachte van betrokkenheid bij de productie van drugs op de Schammenkamp, zit nog altijd vast. Hij wordt vooralsnog niet verdacht van het veroorzaken van de explosie omdat nog niet vaststaat dat de ontploffing door drugsfabricage is veroorzaakt. O. werd aanvankelijk als held gezien omdat hij hielp met het bergen van een van de drie dodelijke slachtoffers. Hij is de oom van een van de drie omgekomen slachtoffers.
Door de ontploffing op 29 januari was er grote schade aan tientallen huizen en bedrijfsruimtes in het gebouwenblok. Naast de drie doden raakten ook nog twee mensen gewond.