Het fors oprekken van beslistermijnen bij het rechtzetten van het schandaal rond de kinderopvangtoeslag is "juridisch kwetsbaar", waarschuwt de Raad van State. Mogelijk komt daardoor het grondwettelijk recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn in het gedrang.
De Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) slaagt er al langere tijd niet in tijdig te beslissen als mensen om compensatie vragen of bezwaar maken tegen een eerder gemaakte beslissing. Het demissionaire kabinet wil daarom de wettelijke beslistermijnen flink verruimen.
De afdeling advisering van de Raad van State zegt te begrijpen dat dit voorstel bedoeld is om "de impasse te doorbreken" die in de praktijk van het toeslagenherstel is ontstaan. Een verlenging van de termijnen is ook "op zichzelf goed te volgen", maar de raad heeft zorgen bij de voorgestelde duur daarvan.
De Raad van State adviseert het kabinet vooral in te zetten op maatregelen die het proces van afhandeling van aanvragen en bezwaren versnellen. Als dat niet kan, dan zou dat beter moeten worden gemotiveerd in de toelichting op het wetsvoorstel.