Een groep Eritreeërs staat vrijdag terecht voor de rellen rond zalencentrum Opera in Den Haag op 17 februari. De verdachten worden beschuldigd van openlijk geweld en in sommige gevallen ook opruiing.
De ongeregeldheden op en rond de Fruitweg speelden zich af rond een bijeenkomst van de Eritrese gemeenschap. Enkele honderden tegenstanders van het bewind in Eritrea belaagden het Haagse zalencentrum, waar voorstanders van het regime bijeen waren voor een nieuwjaarsfeest. De aanvallers hadden honkbalknuppels en hockeysticks bij zich en probeerden het gebouw binnen te dringen. Ze bekogelden agenten met stenen en vuurwerk en trokken verkeersborden uit de stoep. Twee politieauto's en een touringcar gingen in vlammen op. Volgens de Haagse burgemeester Jan van Zanen raakten die zaterdag 29 agenten gewond.
De politie hield in het onderzoek naar de rellen zestien mensen aan, van wie er twaalf door het Openbaar Ministerie worden vervolgd. In de zaken van de overige vier is het onderzoek nog gaande.
De rechtbank in Den Haag trekt twee of drie dagen uit voor de inhoudelijke behandeling van de zaak met verdachten uit onder meer Nijmegen, Rosmalen, Amsterdam, Apeldoorn, Rijkevoort, De Goorn, Rotterdam en Den Haag.
Vrijdag bespreekt de rechtbank de feiten met de verdachten. De strafeisen volgen eind deze maand.