Het is onduidelijk of het kabinet kansenongelijkheid in het mbo tegengaat met de miljarden euro's die hieraan worden uitgegeven, zegt de Algemene Rekenkamer in een rapport. Het is niet bekend bij onderwijsminister Robbert Dijkgraaf en de mbo-instellingen of kwetsbare jongeren hiermee zijn geholpen, stellen onderzoekers. De bewindsman heeft vrijdag een plan ingediend om bij te houden wat de effecten zijn van dit beleid, zegt hij in reactie op het onderzoek.
Uit eerder onderzoek is bekend dat jongeren vaak minder kansen hebben in het mbo als ze een migratieachtergrond hebben of ouders die lager opgeleid zijn of weinig verdienen. Maar het is niet in beeld welk deel van de 484.000 mbo-studenten hier last van heeft, zegt de Rekenkamer.
Demissionair minister Dijkgraaf en zijn voorgangers hebben de afgelopen vier jaar 1,6 miljard euro uitgegeven aan het bevorderen van gelijke kansen. De komende jaren komt er nog eens 4 miljard euro beschikbaar voor onder andere de aanpak van kansenongelijkheid.
Signalen van stagediscriminatie of gebrekkige begeleiding bij leerbedrijven worden nog steeds amper opgepakt volgens de onderzoekers. Zij spraken met 310 studenten bij zeven mbo-instellingen. Of studenten de extra ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, hangt erg af van hun mbo-instelling, docenten, mentoren en stagebegeleiders.