Het RIVM heeft bloedbank Sanquin op de hoogte gebracht van iemand in de regio Arnhem die besmet is geraakt met het westnijlvirus. Sinds vrijdag worden bloeddonaties uit deze regio selectief gescreend op aanwezigheid van het virus. "Dit gebeurt om te voorkomen dat het virus via bloedtransfusie naar patiënten in Nederlandse ziekenhuizen wordt overgedragen", aldus het instituut.
In totaal zijn er nu zeven mensen in Nederland besmet geraakt met het virus, waarvan zes in de regio Utrecht. Het westnijlvirus wordt overgebracht via muggen.
Het RIVM bracht vorige maand de eerste besmetting naar buiten. Volgens het instituut hebben de patiënten in de regio Utrecht de besmetting opgelopen in de maanden juli of augustus. De patiënt in de regio Arnhem is echter pas in oktober besmet geraakt. "Dat is opmerkelijk, omdat het muggenseizoen bijna is afgelopen. Het gebeurt zelden dat zo laat in het seizoen iemand besmet wordt met het westnijlvirus", aldus het RIVM.
Besmetting met het westnijlvirus geeft volgens het RIVM soms een griepachtig ziektebeeld. In zeldzame gevallen (1 procent) kunnen ook neurologische verschijnselen optreden zoals hersenontsteking, hersenvliesontsteking of een vorm van polio. Mensen die die symptomen krijgen, lopen een kleine kans te overlijden. Het virus komt van vogels en wordt via muggen op mensen overgebracht.
Het virus wordt niet van mens naar mens of van mens naar dier overgebracht. "Maar het is wel mogelijk dat iemand besmet wordt door bloed- of orgaantransplantatie", aldus het RIVM.