Vogelbescherming Nederland roept tuinvogeltellers op om dit jaar extra te letten op de huismus. Vrijdag, zaterdag en zondag wordt de 21e Nationale Tuinvogeltelling gehouden. De huismus eindigt bijna altijd op de eerste plaats, maar eigenlijk gaat het helemaal niet zo goed met het bekende vogeltje, aldus Vogelbescherming Nederland.
Huismussen leven in groepen. Tijdens de tuinvogeltelling zien mensen dus altijd meer mussen tegelijkertijd. Dat zorgt voor een hoge score in de tuinvogeltelling, terwijl koolmezen, die alleen rondvliegen, in veel meer tuinen worden gezien, zegt stadsvogelkenner Tim Roeke. Mussen komen nog maar in ongeveer de helft van de tuinen voor. In Zuid-Holland en in de grote steden is het vogeltje al uit de top 10 verdwenen, merkt de Vogelbescherming.
De Nationale Tuinvogeltelling is de oudste en meest populaire natuurtelling van Nederland. De tuinvogeltelling behoort tot het Netwerk Immaterieel Erfgoed Nederland. Vorig jaar namen ongeveer 140.000 mensen een halfuurtje de tijd om vogels in de tuin of op het balkon te tellen. Vogelbescherming Nederland heeft een speciale app gemaakt waarmee vogels op naam kunnen worden gebracht. Vorig jaar zijn ruim twee miljoen vogels geteld. Na de mus werden de merel, de vink en de koolmees het meest gezien.