De Tweede Kamer gaat toch door met de behandeling van het wetsvoorstel van onderwijsminister Robbert Dijkgraaf om het bindend studieadvies (bsa) te versoepelen. Vorige week sprak de vaste Kamercommissie van onderwijs nog af om het onderwerp controversieel te verklaren, wat betekent dat het pas wordt behandeld als een volgend kabinet aantreedt. Maar de Tweede Kamer heeft hier op verzoek van D66 toch van afgezien toen hier dinsdag over werd gestemd.
Om de prestatiedruk op studenten te verminderen wil D66-minister Dijkgraaf het aantal studiepunten dat ze moeten behalen in hun eerste studiejaar verlagen naar maximaal 30 van de 60. De meeste hogescholen en universiteiten stellen nu nog een eis van 45 punten.
Op verzoek van de SGP werd de behandeling van een aantal brieven over dit wetsvoorstel vorige week op de lijst met controversiële onderwerpen geplaatst. Studentenorganisaties riepen de Tweede Kamer dinsdagmorgen op, om hier op terug te komen. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) vinden het wetsvoorstel "broodnodig, want het staat er slecht voor met het mentale welzijn van studenten".
D66 vindt eveneens dat er haast gemaakt moet worden. De partij wil het ministerie van Onderwijs de ruimte geven om het wetsvoorstel voor te bereiden en eventueel in consultatie te brengen. Zo heet het als burgers en belangenorganisaties hun mening mogen geven over een nieuw wetsvoorstel. De hoop van D66 is dat het plan in studiejaar 2025-2026 van kracht wordt.
Voorzitter van de LSVb Elisa Weehuizen laat weten "opgelucht" te zijn dat het wetsvoorstel over het bsa niet over de verkiezingen heen wordt getild. "De verlaging van het bindend studieadvies is een cruciale maatregel om de prestatiedruk te verlagen en het hoger onderwijs toegankelijker te maken. Een lager bsa geeft studenten ruimte om te wennen aan de opleiding en hun plek te vinden in het hoger onderwijs, zonder na de eerste gemiste punten al de deur gewezen te worden", aldus Weehuizen.