Nederlandse universiteiten doen veel minder hun best om studenten uit het buitenland in de collegebanken te krijgen dan eerder. Het totale aantal studenten stijgt jaar op jaar, terwijl de bekostiging door de overheid daarmee bepaald geen gelijke tred houdt. Dat zegt een woordvoerster van de Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) na een bericht in het FD.
Het aantal studenten is in twintig jaar verdubbeld, zegt ze, maar de rijksbijdrage per student is inmiddels een kwart lager dan in het jaar 2000.
Buitenlandse kandidaten kunnen informatie krijgen over de mogelijkheden in Nederland, maar actief werven wordt dus nauwelijks meer gedaan. Hun aanwezigheid is altijd erg belangrijk gevonden vanwege de wisselwerking onder de mensen uit verschillende landen, maar de kwaliteit van het onderwijs kan door de drukte anders niet meer worden gegarandeerd.
In oktober vorig jaar waren er 327.000 studenten in totaal, 7,9 procent meer dan een jaar eerder. Die stijging was waarschijnlijk hoger dan wanneer de coronacrisis niet was losgebarsten. Veel jongeren die van het vwo komen, nemen anders vaak een tussenjaar, bijvoorbeeld om in het buitenland te werken.
Het aantal buitenlandse studenten was vorig jaar oktober meer dan 70.000, 21 procent van de hele studentenbevolking. Ondanks de coronacrisis steeg hun aantal ook, met 13 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.
Buitenlandse studenten leveren niet alleen wisselwerking op, maar ook extra werk door noodzakelijke aanpassingen aan deze groep. Intussen is de werkdruk bij docenten al erg hoog, aldus de VSNU.