De wet die een verbod op een antidemocratische partij mogelijk maakt, is een stap dichterbij gekomen. Demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) heeft de Raad van State (RvS) om advies gevraagd over deze Wet op de politieke partijen. Politieke partijen moeten aan strengere eisen voldoen als de wet van kracht wordt.
Zo ver is het nog niet: de Eerste en Tweede Kamer moeten de wet nog behandelen, nadat de RvS haar advies heeft uitgebracht.
Het is nu al mogelijk om een politieke partij te verbieden, maar dat kan een rechter alleen besluiten als een partij handelt in strijd met de openbare orde. De nieuwe regels moeten het ook mogelijk maken om een partij te verbieden als die de democratische rechtsstaat wil ondermijnen of afschaffen. Daar kan bijvoorbeeld sprake van zijn als een partij de verkiezingen frustreert.
De wet verplicht politieke partijen daarnaast om meer openheid van zaken te geven, bijvoorbeeld over hoe ze hun kandidatenlijsten samenstellen en hun bestuur verkiezen. Ook moeten ze meer informatie delen over advertenties, onder meer door te vertellen wie die betaald heeft en of ze gericht zijn op een specifieke doelgroep. Een nieuwe onafhankelijke toezichthouder gaat toezien op de uitvoering.
Een ander onderdeel van de wet is dat politieke partijen in gemeenten, provincies en waterschappen meer financiële ondersteuning krijgen. Verspreid over drie jaar ontvangen zij 25 miljoen euro subsidie.
De eerste versie van de wet is eind 2022 openbaar gemaakt. Daarna konden burgers, deskundigen en andere belanghebbenden hun mening geven. Naar aanleiding van hun opmerkingen is de wet op enkele punten aangescherpt, al is de kern volgens een woordvoerder hetzelfde gebleven. Er zijn onder meer aanpassingen gedaan om de administratieve lasten voor politieke partijen te verminderen.