De provincie Zuid-Holland heeft het Rijk aangesproken op "eenzijdige besluitvorming", die zou zorgen voor onzekerheid en financiële problemen bij gemeenten en provincies. Dat staat in een brief die het college van Gedeputeerde Staten stuurde naar de demissionaire ministers Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) en Steven van Weyenberg (Financiën). Zuid-Holland zegt zich "zorgen" te maken over "de ongewenste effecten van de voorjaarsnota op de gemeentefinanciën" en de rol daarbij van de provincie als financieel toezichthouder.
Half april stuurde Van Weyenberg de voorjaarsnota, de jaarlijkse bijstelling van de rijksbegroting, naar de Tweede Kamer. In die voorjaarsnota staan ingrijpende wijzigingen in de financiering van gemeenten en provincies. Het kabinet schrapt weliswaar de zogeheten opschalingskorting, iets waar gemeenten al jaren om vroegen, maar volgend jaar is het gemeentefonds wel eenmalig 675 miljoen euro lager.
Dat is "problematisch", aldus Zuid-Holland. "Dit maakt het voor gemeenten vrijwel onmogelijk om een sluitende begroting op te stellen omdat ze, bovenop de bestaande financiële problemen vanaf 2026, nu geconfronteerd worden met een acuut financieel probleem voor 2025. Gemeenten worden daarmee gedwongen om vergaande bezuinigingen door te voeren op voor hun inwoners cruciale basisvoorzieningen, belangrijke investeringen in maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie of de woningbouw uit te stellen of de belastingen te verhogen. Dit is onwenselijk."
Zuid-Holland ziet in de gang van zaken met de financiën een "terugkerend patroon" en beticht het Rijk van eenzijdige besluitvorming. "In plaats van boekhoudkundige oplossingen te zoeken, vraagt het college van Gedeputeerde Staten de ministers om de verlaging van het gemeentefonds voor 2025 terug te draaien en geen soortgelijke eenzijdige, overhaaste besluiten voor de inkomsten van gemeenten en provincies meer te nemen."
Volgens de ministeries van Binnenlandse Zaken en Financiën is over de voorjaarsnota "constructief overleg" gevoerd met de VNG en het IPO, de koepelorganisaties van gemeenten en provincies. "Ons doel was de financiële situatie van gemeenten en provincies structureel te verbeteren. Achter die gemaakte afspraken staat het kabinet nog steeds."