De provincie Zuid-Holland investeert tientallen miljoenen euro's om de ambities van de coalitiepartijen waar te maken. Vorig jaar spraken GroenLinks-PvdA, BBB, VVD en CDA in hun coalitieakkoord af hiervoor 150 miljoen euro uit de reserves te halen. Het college van Gedeputeerde Staten heeft in de deze week gepresenteerde voorjaarsnota opgenomen waar een aanzienlijk deel van dat geld naartoe gaat.
Zo maakt Zuid-Holland 10 miljoen euro vrij om mensen met een laag inkomen gratis te laten reizen met het openbaar vervoer. Dit plan moet nog worden uitgewerkt. Ook stelt de provincie 3,8 miljoen beschikbaar om de bouw van nieuwe woningen te stimuleren. Tussen 2022 en 2030 moeten er bijna een kwart miljoen woningen bij komen in de dichtstbevolkte provincie van Nederland.
Zuid-Holland geeft 4,3 miljoen aan een proef in het Groene Hart om met innovaties de stikstofuitstoot te verminderen en draagt 2 miljoen bij aan de verbouwing van Museum Prinsenhof in Delft. De provincie steekt bijna 20 miljoen euro extra in arbeidscapaciteit, volgens het college noodzakelijk om alle taken te kunnen uitvoeren.
Het dagelijks bestuur van de provincie heeft nu voor 112,5 miljoen euro een concrete bestemming op papier gezet. De resterende 37,5 miljoen kan nog 'vrij' worden ingezet in deze coalitieperiode, die loopt tot begin 2027.
De voorjaarsnota is een update van de begroting voor 2024. De verwachte kosten zijn gestegen van 965 miljoen euro tot net boven de 1 miljard. Daar staat 913 miljoen aan inkomsten tegenover, ruim 30 miljoen meer dan in de begroting stond. De provincie vult het verschil aan uit de eigen reserves.
Zuid-Holland hield de afgelopen jaren steeds (tientallen) miljoenen euro's over, omdat niet alle ambities waargemaakt konden worden door onder meer de krapte op de arbeidsmarkt. "We zien dat er jaarlijks geld overblijft op de jaarrekening, dit betekent dat we bij het begroten meer rekening moeten houden met de realisatie- en uitvoeringskracht", aldus gedeputeerde Mariëtte van Leeuwen (financiën, BBB). Om een structureel sluitende begroting te hebben, moet het college volgens Van Leeuwen "scherpe keuzes" maken. "Dit vraagt een kritische beoordeling over het verlagen van kosten, dan wel het verhogen van inkomsten."