AEX-index nipt naar nieuw record, chipbedrijf Besi koploper

07 jun , 18:08 Zakelijk
aex index nipt naar nieuw record chipbedrijf besi koploper
ANP
De Amsterdamse AEX-index wist vrijdag zijn recordopmars van deze week iets verder aan te scherpen, ondanks een veel beter dan verwacht cijfer over de banenmarkt in de Verenigde Staten, waardoor de Amerikaanse centrale bank mogelijk nog langer kan wachten met het verlagen van de rente. Chiptoeleverancier Besi was koploper in de hoofdindex op het Damrak. Ook ING stond bij de winnaars na een koopadvies van de Britse bank Barclays.
De AEX eindigde licht hoger op 923,71 punten, na op woensdag en donderdag ook al met nieuwe recordstanden de handel uit te zijn gegaan. De MidKap daalde 1,2 procent tot 913,80 punten. Op de beurzen in Parijs, Londen en Frankfurt stonden minnen tot 0,5 procent op de koersenborden.
Besi steeg 2,9 procent. Ook sectorgenoten ASMI (plus 1,8 procent) en ASML (plus 0,2 procent) gingen omhoog. Dat had mede te maken met een sterke omzetgroei van de grote Taiwanese chipproducent TSMC in mei dankzij een grote vraag naar chips voor kunstmatige intelligentie en een herstel van de vraag naar smartphones.
ING won 0,3 procent en ABN AMRO ging 1,2 procent vooruit in de AEX. Levensmiddelenconcern Unilever werd door analisten van de investeringsbank Redburn Atlantic op de kooplijst gezet en klom 0,4 procent.
Voedings- en gezondheidsbedrijf dsm-firmenich sloot de rij bij de hoofdfondsen met een verlies van 1,9 procent, gevolgd door muziekconcern Universal Music Group (UMG) dat 1,4 procent inleverde.
In de MidKap stond laadpalenfabrikant Alfen bovenaan met een winst van 2,6 procent. Advies- en ingenieursbureau Arcadis had een slechte dag bij de middelgrote fondsen op Beursplein 5 met een koersdaling van 5 procent.
In Zürich werd het Zwitserse softwarebedrijf Temenos ruim 5 procent hoger gezet na aankondiging van een nieuw aandeleninkoopprogramma van 200 miljoen frank, omgerekend 206 miljoen euro.
De euro noteerde op 1,0806 dollar tegen 1,0886 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,1 procent duurder op 75,63 dollar per vat. Brentolie kostte juist 0,1 procent minder, op 79,77 dollar per vat.