ASR wil de komende jaren verder groeien, op eigen kracht en door de overname van kleine en middelgrote verzekeraars. Dat staat in de nieuwe groeistrategie die de verzekeraar donderdag presenteert op zijn beleggersdag. Onder meer in de pensioenmarkt ziet topman Jos Baeten nog ruimte. Ook moet de integratie van het overgenomen Aegon Nederland bijdragen aan de groei van het bedrijf.
De overname van de Nederlandse activiteiten van Aegon werd in juli vorig jaar formeel afgerond. De integratie van de onderdelen van die branchegenoot is nog in volle gang. Veel onderdelen van Aegon zullen aan het einde van dit jaar zijn ondergebracht bij ASR, zoals de schadetak. Andere onderdelen kosten nog wat meer tijd om volledig bij ASR onder te brengen, stelt Baeten.
"De combinatie van ASR en Aegon Nederland versterkt onze strategische positionering", zegt de topman. "Ik ben enthousiast over de kansen en vol vertrouwen dat we met een gedisciplineerde uitvoering van onze strategie duurzame waarde leveren en een toonaangevende verzekeraar in Nederland creëren."
De groei binnen ASR verwacht het bedrijf onder meer te behalen in de schadeverzekeringstak. Daar verwacht de verzekeraar jaarlijks een groei van 3 tot 5 procent te behalen. Onderdeel van die groei kunnen nieuwe overnames zijn, omdat die markt volgens Baeten nog niet verzadigd is. "In Nederland, denken wij, is daar nog steeds ruimte voor additionele groei", aldus de topman. Over overnamekandidaten kan hij echter niets zeggen, gezien de beursnotering van ASR in Amsterdam. "In zijn algemeenheid kan ik zeggen dat we kijken naar mogelijkheden."
Parallel aan de groei van ASR wil de topman zich ook hard maken voor meer inclusiviteit binnen het bedrijf. In de top is dat volgens hem nu op orde, met een gelijke verdeling van mannen en vrouwen. In de lagen daaronder ligt het gemiddelde echter op 27 procent. Baeten wil dat dit percentage tegen 2027 uitkomt op 40 procent vrouwen op leidinggevende posities binnen het bedrijf.
Het werven van nieuw personeel kost volgens de topman wel meer inspanning door de krappe arbeidsmarkt. Nog moeilijker is het echter om mensen binnen te houden. "We zien mensen vertrekken, bijvoorbeeld omdat zij in Den Haag wonen en voor werk in Utrecht moeten zijn. Zij zoeken dan zelf naar een nieuwe baan elders", legt Baeten uit. "Maar ik spreek veel nieuwe medewerkers, van wie elke maand nog zo'n vijftig binnenkomen. Het aantrekken van nieuwe mensen lukt dus nog steeds."