De Europese Commissie keurt opnieuw de staatssteun ter waarde van 10,4 miljard euro voor Air France-KLM goed. De Nederlandse en Franse overheid voorkwamen met die leningen en kredietgaranties een faillissement van het luchtvaartconcern na het uitbreken van de coronapandemie. Maar na klachten van Ryanair oordeelde de op een na hoogste rechter van de Europese Unie dat de Europese Commissie die staatssteun te gemakkelijk had goedgekeurd.
Het Gerecht van het Europese Hof van Justitie oordeelde dat het dagelijks EU-bestuur bepaalde zaken rond de financiële steun voor de Nederlands-Franse luchtvaartcombinatie beter had moeten onderzoeken. De commissie ging er namelijk ten onrechte van uit dat alleen KLM van de Nederlandse hulp en Air France alleen van de Franse hulp zou profiteren, terwijl ze onder een overkoepelend concern vallen. Daarmee was de verleende steun onrechtmatig.
Na nieuw onderzoek stelt de Europese Commissie dat de staatssteun ook in orde was als Air France-KLM als geheel de begunstigde zou zijn. De hulp voldeed ook in dat geval aan de tijdelijk versoepelde regels voor staatssteun, waarmee lidstaten de mogelijkheid kregen om de economische schade van de coronacrisis te beperken. Zo kende Air France-KLM geen grote financiële problemen in 2019, het laatste jaar voor de pandemie. Daarmee waren de noodkredieten duidelijk coronagerelateerd.
De Europese Commissie ging in beroep tegen de vonnissen en Nederland sloot zich daarbij aan. Ook Air France-KLM heeft de beslissingen aangevochten bij de hoogste rechter van de EU.
Voor KLM leken de financiële gevolgen van het ongunstige vonnis in februari beperkt. De luchtvaartmaatschappij had de staatssteun die was uitgekeerd in de vorm van een lening in juni 2022 al terugbetaald.