De Chinese beurzen gingen maandag omlaag na een reeks macro-economische cijfers uit het land. De Chinese economie blijkt in het derde kwartaal sterker dan verwacht te zijn gegroeid, met 3,9 procent. De werkloosheid in de op een na grootste economie ter wereld nam echter toe en ook de winkelverkopen in september vielen tegen. Wel groeide de industriële productie vorige maand sterker dan verwacht. De cijfers zouden eigenlijk afgelopen week al naar buiten worden gebracht, maar de publicatie werd om onbekende redenen uitgesteld.
Beleggers verwerkten daarnaast het nieuws dat de Chinese president Xi Jinping zoals verwacht voor een derde termijn is gekozen tot secretaris-generaal van de Communistische Partij, de machtigste positie van het land. Dat is een breuk met traditie. Het was de norm dat partijleiders na maximaal twee termijnen stopten. Xi, die ook president is, haalde eerder al een streep door de regel dat hij in die rol maximaal twee termijnen mag aanblijven. Hij heeft zich bovendien omringd met loyalisten die zijn strenge coronabeleid steunen. Dat zero-Covid-beleid heeft de economie veel schade toegebracht.
Investeerders waren dan ook teleurgesteld dat er tijdens het partijcongres, dat afgelopen weekend werd afgesloten, geen nieuwe steunmaatregelen werden aangekondigd. Vooral de Hang Seng-index in Hongkong ging opnieuw hard onderuit en raakte tussentijds 5 procent kwijt. De Chinese techbedrijven kregen daarbij harde klappen. Webwinkelconcerns Alibaba en JD.com zakten rond de 10 procent, internet- en gamesbedrijf Tencent verloor 8 procent en maaltijdbezorger Meituan kelderde 11 procent. De hoofdindex in Shanghai hield het verlies beperkt tot 0,9 procent.
De andere beurzen in de Aziatische regio lieten winsten zien, in navolging van de sterke koersrally op Wall Street die het gevolg is van de hoop dat het einde van de sterke renteverhogingen in de Verenigde Staten mogelijk in zicht komt. De Kospi in Seoul klom 1,1 procent en de All Ordinaries in Sydney steeg 1,7 procent. In India, Maleisië en Singapore hadden beleggers een vrije dag.
In Tokio won de Nikkei 0,7 procent. De Japanse yen schommelde in waarde ten opzichte van de dollar na berichten dat de Japanse autoriteiten opnieuw hebben ingegrepen op de valutamarkt. Vrijdag zou Japan ook al yens hebben gekocht om de waarde te stutten van de munt, die ten opzichte van de dollar tot het laagste niveau sinds 1990 is gezakt.