Data-analysebedrijf Palantir Technologies was dinsdag een uitblinker op de aandelenbeurzen in New York. Palantir kwam met goed ontvangen resultaten en vooruitzichten, geholpen door een grote vraag naar zijn producten op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI). Het aandeel sprong 31 procent omhoog.
Palantir boekte daarbij voor het eerst een jaarwinst. De onderneming levert diensten rond data-analyse aan onder meer inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Palantir werd in 2003 opgericht en verwerkt met behulp van ingewikkelde software grote hoeveelheden data om bijvoorbeeld terroristen en criminelen op te sporen. Het bedrijf levert ook software voor de financiële sector om verdachte transacties te achterhalen.
Een van de oprichters van Palantir is techinvesteerder Peter Thiel, een bekende naam in Silicon Valley. De Duits-Amerikaanse miljardair is medeoprichter van betalingsdienst PayPal en behoort tot de eerste investeerders in Facebook. De Amerikaanse inlichtingendienst CIA behoort tot de vroege investeerders in Palantir. Palantir ging in 2020 naar de beurs en is vernoemd naar de donkere kristallen bollen uit de Lord of the Rings-boeken.
De hoofdgraadmeters op Wall Street lieten bij het slot een positief beeld zien. De Dow-Jonesindex eindigde 0,4 procent hoger op 38.521,36 punten en de brede S&P 500 won 0,2 procent tot 4954,23 punten. De technologiebeurs Nasdaq steeg 0,1 procent tot 15.609,00 punten.
Ook de in New York genoteerde Eindhovense chipfabrikant NXP Semiconductors kwam met cijfers. De voormalige halfgeleiderdivisie van Philips heeft vorig jaar opnieuw een recordomzet behaald. Topman Kurt Sievers sprak van "solide resultaten" ondanks moeilijke marktomstandigheden. NXP klom 0,9 procent.
Eli Lilly opende eveneens de boeken. De farmaceut boekte afgelopen kwartaal meer omzet en winst dan verwacht. Het bedrijf profiteerde onder meer van sterke verkopen van zijn nieuwe afslankmedicijn Zepbound. Maar de koers zakte wel 0,2 procent.
Spotify ging 4 procent vooruit. De Zweedse muziekstreamingdienst zag de omzet afgelopen kwartaal stijgen. Ook werd het operationele verlies flink teruggedrongen door lagere marketing- en personeelskosten.
De euro was 1,0755 dollar waard, vrijwel hetzelfde als bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 1 procent duurder op 73,50 dollar. Brentolie kostte 0,9 procent meer op 78,68 dollar per vat.