Verreweg de meeste Nederlanders hebben genoeg spaargeld of leenmogelijkheden om hun koophuis te verduurzamen, maar doen dit toch nog niet in groten getale. De Nederlandsche Bank (DNB) constateert in een nieuw onderzoek dat er genoeg aantrekkelijke mogelijkheden zijn, maar denkt dat de overheid actie moet ondernemen om deze breder bekend te maken. Anders zou in de toekomst mogelijk een verduurzamingsplicht nodig zijn.
95 procent van de huiseigenaren had volgens een schatting van DNB in 2023 de financiële mogelijkheid om hun woning geschikt te maken voor energielabel B en een warmtepomp, tegenover 86 procent in 2020. 66 procent kan dat doen met spaargeld. Verder kunnen bijna alle andere huiseigenaren (29 procent) genoeg lenen binnen de normen, terwijl nog eens 3 procent aanspraak maakt op een lening vanuit het Warmtefonds.
Deze leningen, subsidies en de terugverdientijd van de verduurzaming zijn volgens DNB echter niet voldoende bekend bij huiseigenaren. Daardoor ziet de toezichthouder dat Nederland achterloopt in de ambitie om in 2030 2,5 miljoen woningen verduurzaamd te hebben.
DNB werpt daarom op verduurzaming te verplichten als de achterstand blijft, zoals er nu al eisen zijn aan energielabels voor kantoorpanden en die er ook komen voor huurwoningen. "Bij het invoeren van een verduurzamingsplicht moet er oog zijn voor het handelingsperspectief van huizenkopers. Hiervoor is het belangrijk dat zij voldoende tijd krijgen om de benodigde investeringen te doen", stelt de toezichthouder.
Maar eerst raadt DNB de overheid aan om de voordelen van verduurzaming en de financiële mogelijkheden meer onder de aandacht te brengen. Verder is het advies om de huidige steun in de vorm van gunstige leningen en subsidies in stand te houden.