De Europese Unie voert onbetaalbaar hoge importheffingen in voor graan uit Rusland en Belarus, een nauwe bondgenoot. Dat kost Rusland inkomsten die het anders zou kunnen besteden aan de oorlog tegen Oekraïne. De heffingen moeten ook voorkomen dat het Kremlin de kans krijgt om de Europese markt te ontwrichten. En het wordt moeilijker voor Rusland om gestolen Oekraïens graan te slijten, zeggen de EU-lidstaten.
Rusland kon tot dusver zonder noemenswaardige heffingen graan naar de EU exporteren. De export nam de laatste tijd flink toe, waardoor het gevaar groeide dat Moskou de unie zou overspoelen met goedkoop graan, zeggen EU-ambtenaren. Rusland heeft eerder geprobeerd de Europese economie te verstoren. De invoer van goedkope landbouwproducten uit Oekraïne leidde het afgelopen jaar al tot veel onrust onder met name Oost-Europese boeren.
De heffing op granen, oliezaden en bietenpulp komt volgens EU-ambtenaren neer op een prijsverhoging met zo'n 40 tot 50 procent. Dat zal de invoer in de praktijk stilleggen, is de verwachting. De heffingen gaan 1 juli in.
Rusland verdient flink aan het graan dat het aan Europa verkoopt. De 4 miljoen ton van vorig jaar leverde 1,3 miljard euro op, becijfert de Europese Commissie.
Europeanen hoeven niet te vrezen voor duurder brood en andere voedingswaren, stelt de commissie. De import uit Rusland en Belarus is hooguit goed voor 1 procent van wat Europeanen verbruiken. En graan dat via Europa naar de rest van de wereld gaat, bijvoorbeeld via de Rotterdamse haven, voelt niets van de heffingen.