Werknemers gebruiken een groot deel van de beschikbare opleidingsbudgetten niet. Dat zegt werkgeversvereniging AWVN op basis van eigen onderzoek. In totaal laten Nederlandse werknemers jaarlijks meer dan 1,5 miljard euro opleidingsgeld liggen, tot wel 45 procent van de jaarlijkse budgetten.
Voor het gros van de 8,1 miljoen werkenden wordt jaarlijks gemiddeld 700 euro door werkgevers beschikbaar gesteld om uit te geven aan scholing. Dat is vastgelegd in de cao's, waarin afspraken over leren, ontwikkeling en scholing zijn gemaakt.
In een onderzoek uit 2021 maakten de werkgevers vergelijkbare cijfers bekend. In de tussentijd is er dus weinig verbeterd, stelt een woordvoerder van de AWVN. "Wij proberen al jaren die cultuur te veranderen waardoor mensen beter begrijpen wat je met het geld kan en enthousiaster worden over het zichzelf ontwikkelen", licht hij toe. Het verschilt per cao-afspraak en bedrijf wat een werknemer met het scholingsgeld kan doen, maar de budgetten zijn steeds breder inzetbaar, volgens de AWVN.
Het verschilt per bedrijf of het niet bestede geld een aantal jaren blijft liggen. Hierdoor heeft zich voor de ontwikkeling van werknemers inmiddels een bedrag van "enige miljarden" opgestapeld, zegt de werkgeversclub ook nog.
Volgens de AWVN is meer nodig "dan de stem van de werkgever" om te zorgen dat de opleidingsbudgetten wel helemaal uitgegeven worden. Ook de overheid en vakbonden moeten meewerken, aldus de woordvoerder.