De aandelenbeurzen in New York zijn met een gemengd beeld gesloten. Beleggers wachten vooral af hoe vrijdag een voor de Federal Reserve belangrijke graadmeter voor inflatie uitvalt. Chipbedrijf Nvidia ging verder met zijn opmars en won ruim 7 procent.
De belangrijkste verkoper van chips voor kunstmatige intelligentie (AI) werd vorige week al stukken meer waard, dankzij recordresultaten van het bedrijf in het afgelopen kwartaal. Door het optimisme rond AI is Nvidia dit jaar al ruim 120 procent in waarde gestegen.
Mede dankzij de winst bij Nvidia sloot techgraadmeter Nasdaq 0,6 procent hoger op 17.019,88 punten. De Dow-Jonesindex zakte 0,6 procent tot 38.852,86 punten. De breder samengestelde S&P 500 eindigde een fractie hoger op 5306,04 punten.
Beleggers verwerkten ook nog verrassende cijfers over het Amerikaanse consumentenvertrouwen. Het sentiment onder consumenten in 's werelds grootste economie verbeterde, terwijl er juist op een lichte verslechtering was gerekend.
Er was ook overnamenieuws. T-Mobile US maakte bekend voor 4,4 miljard dollar het grootste deel van zijn branchegenoot US Cellular over te nemen. Aandelen van dat laatste bedrijf wonnen ruim 12 procent aan waarde. T-Mobile US won 0,8 procent.
Ook werd bekend dat aandeelhouders van oliebedrijf Hess, met veelbelovende activiteiten in Guyana, instemmen met zijn overname door de veel grotere branchegenoot Chevron. Beide bedrijven sloten licht hoger op de beurs. Een arbitragezaak van ExxonMobil tegen de samenvoeging vormt nog een flink obstakel.
Texas Instruments kreeg ook aandacht. Zakenzender CNBC meldde dat de activistische belegger Elliott een belang heeft genomen in het chipbedrijf, dat 0,2 procent steeg.
GameStop werd ruim 25 procent meer waard. De verkoper van videogames, die vooral populair is onder kleinere beleggers, heeft 933 miljoen dollar opgehaald met de uitgifte van nieuwe aandelen.
De euro zakte zo'n 0,1 procent ten opzichte van de dollar en was 1,0860 dollar waard. Een vat Amerikaanse olie werd 3,2 procent duurder en kostte 80,17 dollar. De prijs van Brentolie steeg 1,7 procent tot 84,50 dollar per vat.