Exor, de grootaandeelhouder van Philips, heeft zijn belang in het Nederlandse zorgtechnologiebedrijf verder vergroot. Daarmee straalt het Italiaanse investeringsbedrijf van de zakenfamilie Agnelli vertrouwen uit in Philips, dat in april een belangrijke schikking trof in verband met de slaapapneu-affaire.
Exor bezit nu 17,51 procent van Philips, volgens stukken van de Amerikaanse toezichthouder SEC die naar buiten zijn gekomen. Vorige maand ging het nog om 16,1 procent. De waarde van de deelneming ligt rond de 4 miljard euro.
Exor, dat aanzienlijke belangen heeft in autoconcerns Stellantis en Ferrari en voetbalclub Juventus, kocht in augustus vorig jaar een belang van 15 procent in Philips. Daarmee werd de firma in één klap de grootste aandeelhouder van het concern.
Philips ging toen al enkele jaren gebukt onder een grote terugroepactie voor miljoenen apparaten tegen slaapapneu. Isolerend schuim kon bij die apparaten loslaten. De kwestie kostte het bedrijf miljarden en er liepen nog veel claims. Maar de schikking van april, waarmee ongeveer 1 miljard euro is gemoeid, heeft voor Philips een groot deel van de onzekerheid rond de voortslepende kwestie weggenomen.
Eind vorig jaar zei Exor-topman John Elkann al ervan overtuigd te zijn dat Philips alle problemen zou oplossen. Hij zinspeelde toen ook op extra investeringen in Philips. Volgens een overeenkomst met Philips kan Exor zijn belang uiteindelijk verhogen tot 20 procent.