Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) wil dat boeren voortaan een regeling kunnen treffen met de Belastingdienst om zich in te dekken tegen extreme weersomstandigheden. De gevolgen van de klimaatverandering worden voor veel agrarische ondernemers steeds ingrijpender en de huidige verzekeringen zijn niet afdoende. Dat stelt LTO-bestuurder Hendrik Jan ten Cate, akkerbouwer in Tholen.
De LTO maakt zich grote zorgen over de late oogsten dit jaar door het natte weer. Geschat wordt dat zo'n 5 procent van de aardappelen en 20 procent van de suikerbieten door het aanhoudende natte weer nog in de grond zitten. "Als dat evenredig verdeeld zou zijn over alle boeren, was dat geen probleem geweest", zegt Ten Cate. "Maar er zijn nu boeren bij wie de helft van de aardappeloogst nog in de grond zit. Dat is een enorme strop, zeker omdat ook de kosten voor hen de afgelopen tijd erg zijn toegenomen door de hogere energieprijzen en de gestegen lonen."
Boeren moeten daarom in goede tijden fiscaal een bedrag opzij kunnen zetten om slechte jaren te overbruggen, vindt de LTO. Nu is een derde van de boeren verzekerd tegen extreme weersomstandigheden, schat Ten Cate. "Maar in de praktijk vallen schaderegelingen vaak tegen, omdat ze niet voldoen aan bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld omdat het net niet droog genoeg was of net niet voldoende blijkt te hebben geregend. Daar heb je dus niet veel aan."
De LTO wil dat boeren een deel van hun omzet in een goed jaar fiscaal kunnen reserveren voor de schade die ze lijden door extreme weersomstandigheden. "Want dit soort klimaatextremen komt steeds vaker voor. De ene keer is het te droog, zoals in 2018, en nu is het veel te nat."
De LTO wil de kwestie tijdens de eerste kabinetsonderhandelingen op de politieke agenda zetten. "Een boer merkt de klimaatveranderingen als eerste, omdat hij met zijn gewassen steeds buiten is", aldus Ten Cate.