Een op de tien treinreizen van de NS was dit jaar vertraagd, hebben de Nederlandse Spoorwegen (NS) en ProRail vrijdag bekendgemaakt. Dat is fors meer dan in eerdere jaren, ook in vergelijking met de jaren voor de coronacrisis. Op het traject van de hogesnelheidslijn liep zelfs een op de vier treinreizen vertraging op.
Door een combinatie van factoren bleef de stiptheid met name in oktober en november ver achter het doel, zeggen NS-topman Wouter Koolmees en ProRail-topman John Voppen. Zo waren er werkzaamheden aan het spoor bij Rotterdam Centraal en de Schipholtunnel en snelheidsbeperkingen op de hogesnelheidslijn. Ook waren er minder treinen beschikbaar door een tekort aan technici en monteurs.
Volgend jaar zal de punctualiteit verbeteren, volgens de NS en ProRail, onder andere omdat de snelheidsbeperkingen verholpen worden en er meer treinen gaan rijden. "We zijn bezig om het te verbeteren en leren hoe het niet moet", vat Koolmees het samen. Hoewel de stiptheid volgens de spoorbedrijven toeneemt, blijven er ook problemen, denkt hij. "We hebben veel werkzaamheden voor de boeg en daar gaat de reiziger overlast van ondervinden."
De spoorbedrijven willen zoveel mogelijk treinen laten rijden, maar daardoor is de kans op vertraging groter. Door met minder treinen te rijden zouden de vertragingen afnemen. "Maar met minder treinen laat je mensen staan", aldus Voppen.
Verder kijkt Koolmees naar eigen zeggen terug op een "heel turbulent jaar". Daarbij verwijst hij naar een aantal grote incidenten op het spoor, waaronder de aanrijding van een NS-machinist bij Maarn in maart en het treinongeval bij Voorschoten in april. Aan de andere kant was er de introductie van de nieuwe Intercity Direct-trein en groeide het aantal reizigers, al blijft dat achter bij de reizigersaantallen voor corona.