Grote olie- en gasproducerende landen hebben voorlopig geen plannen om te stoppen met het oppompen van die fossiele brandstoffen. Tegelijkertijd hebben veel van deze landen beloofd om in de toekomst per saldo geen CO2-meer uit te stoten. Dat concluderen dataverzamelaars van de Net Zero Tracker, een organisatie die inspanningen van overheden en bedrijven tegen klimaatverandering bijhoudt.
Uit gegevens van de onafhankelijke onderzoeksgroep, waar ook de universiteit van Oxford aan verbonden is, laten zien dat 69 olie- en gaslanden hebben beloofd om op een gegeven moment netto nul CO2 uit te stoten. Het gaat bijvoorbeeld om de Verenigde Staten, Saudi-Arabië, China, Rusland en de Verenigde Arabische Emiraten. Maar drie kleine producenten, Denemarken, Spanje en Frankrijk, hebben ook plannen opgesteld om uiteindelijk te stoppen met boren naar olie en gas.
Net Zero Tracker, waar onder andere de universiteit van Oxford aan verbonden is, vindt dat de gegevens een kloof blootleggen tussen de doelstellingen van landen om de opwarming van de aarde tegen te gaan en hun concrete plannen daarvoor. Op dit moment vinden op de klimaattop in Dubai felle discussies plaats over of het gebruik van fossiele brandstoffen helemaal moet stoppen of alleen afgebouwd.
De voorzitter van het VN-panel voor klimaatwetenschap, Jim Skea, verklaarde deze week dat het wereldwijde olieverbruik in 2050 met 60 procent moet zijn gedaald om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken. Het gasverbruik moet dan 45 procent omlaag. Het gebruik van steenkolen, die erg vervuilend zijn, moet bovendien volledig zijn gestopt.
De Verenigde Arabische Emiraten krijgen als gastland van de klimaattop COP28 ook veel kritiek omdat de topman van staatsoliebedrijf ADNOC, Sultan al-Jaber, voorzitter is van het evenement. ADNOC heeft juist plannen om zijn productiecapaciteit voor olie en gas uit te breiden.