De overheid heeft de inkomsten uit de vennootschapsbelasting in de afgelopen vijf jaar zien verdubbelen. De opbrengst van de belasting die bedrijven betalen over de winst nam de afgelopen jaren ook sterker toe dan de opbrengst van de meeste andere belastingen en sociale premies die de overheid incasseert, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De inkomsten uit de vennootschapsbelasting bedroegen in 2023 48 miljard euro. De totale inkomsten uit belastingen en sociale premies stegen in de afgelopen vijf jaar met ongeveer een derde. Hierdoor nam het belang van de vennootschapsbelasting voor de schatkist toe en is het een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de overheid.
Het aandeel van de vennootschapsbelasting in het totaal aan belastingen en sociale premies steeg in 2023 tot 12 procent, van 8 procent in 2018. In 2023 stegen de inkomsten uit de vennootschapsbelasting mede door een aanpassing van de tarieven. Zo betaalden bedrijven in dat jaar 19 procent over de winst tot 200.000 euro, tegenover 15 procent tot een winst van 395.000 euro in 2022. In beide jaren lag het tarief in de tweede schijf op 25,8 procent.
Daarnaast speelde mee dat bedrijven tijdens de coronacrisis de mogelijkheid kregen om de voorlopige aanslag in 2020 te verlagen. Hierdoor is achteraf gezien in 2020 te weinig afgedragen, wat tot flinke nabetalingen in de daaropvolgende jaren leidde. Naast de coronacrisis werkten ook de gestegen energieprijzen door in de opbrengst van de vennootschapsbelasting, aangezien de winsten in de fossiele sector hierdoor toenamen.
De loon- en inkomstenbelasting plus premies volksverzekeringen is verreweg de grootste inkomstenbron van de overheid. In 2023 waren die inkomsten met 128 miljard euro goed voor bijna een derde van de collectieve lasten. Ook de btw en de premie voor het Zorgverzekeringsfonds hebben een groot aandeel in de inkomsten. Gezamenlijk zijn de loon- en inkomstenheffing, btw, premie voor het Zorgverzekeringsfonds en vennootschapsbelasting goed voor driekwart van de collectieve lasten.