De prijzen aan de pomp dalen licht, volgens brandstofdeskundige Paul van Selms van consumentencollectief UnitedConsumers. De olieprijzen maakten vorige week de grootste daling sinds februari door, die kwam op het moment dat de risico's op verdere escalatie van de conflicten in het Midden-Oosten afnamen. Maandag veerden de olieprijzen weer wat op.
Bij een stijging van de olieprijzen is vaak ook meteen een stijging van de prijzen aan de pomp te zien, maar een daling is minder snel zichtbaar. Dat komt doordat aanbieders marges willen houden op de prijzen aan de pomp, legt Van Selms uit. "Maar de markt is competitief genoeg. Uiteindelijk zullen de prijzen dalen."
De daling aan de pomp is alleen niet zo groot als de daling van de olieprijzen. Dat komt door hoe de prijzen aan de pomp zijn opgebouwd. Een groot deel van de prijs bestaat uit belastingen en accijnzen, aldus Van Selms.
"Prijsschommelingen op de oliemarkt voelen we wel, maar relatief weinig", stelt hij. In landen waar weinig belasting wordt geheven op brandstof is de pijn van duurdere olie groter dan in Nederland, legt hij uit. Daarnaast spelen ook de voorraden mee en de koers van de Amerikaanse dollar, waarmee internationale olietransacties worden afgerekend.
De adviesprijs voor een liter Euro95 is volgens UnitedConsumers nu iets meer dan 2,25 euro. Bijna een week geleden was dat 2,27 euro. De adviesprijs wordt doorgaans alleen aan de snelweg gevraagd. Elders kun je vaak goedkoper tanken. De prijzen liggen nog altijd fors hoger dan aan het begin van dit jaar, toen kostte een liter benzine volgens de adviesprijs rond de 2,05 euro.