De productie van de Nederlandse industrie is in mei met 3 procent gedaald in vergelijking met een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ook in de voorgaande tien maanden kromp de productie op jaarbasis door lagere orders en een zwakkere bedrijvigheid.
Twee derde van alle bedrijfsklassen in de industrie produceerde in mei minder dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van de acht grootste branches noteerde de reparatie en installatie van machines de grootste productiedaling. De elektrische en elektronische apparatenindustrie had de grootste stijging.
In mei 2020 bereikte de productie van de industrie een dieptepunt. Daarna werd een stijgende lijn ingezet tot mei 2022. Sindsdien is de trend omgeslagen.
Het CBS meldt verder dat producenten in juni minder negatief waren dan in mei. Fabrikanten waren vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid en minder negatief over de voorraden gereed product. De Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) meldde begin deze maand al dat de Nederlandse industrie in juni opnieuw herstel liet zien, maar het tempo waarmee dat ging, nam wel af.
In Duitsland, een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie, was het vertrouwen van Duitse producenten in juni wat minder negatief dan in mei. Volgens het Duitse statistiekbureau Destatis lag de productie van de Duitse industrie in mei 7 procent lager dan een jaar eerder. Ten opzichte van april daalde de Duitse productie met 2,9 procent.