Een omstreden belastingvoordeel voor bedrijven kan mede dankzij een aanscherping door de coalitiepartijen in de Tweede Kamer rekenen op steun van de SGP, Forum voor Democratie en het onafhankelijke Kamerlid Wybren van Haga. Daarmee is er ook een meerderheid voor in de Eerste Kamer.
Met de zogenoemde baangerelateerde investeringskorting (BIK) wil het kabinet bedrijven verleiden om ondanks de coronacrisis te blijven investeren. Ondernemers kunnen een klein deel van hun investeringssom aftrekken van de loonbelasting. De komende twee jaar is daar in totaal 4 miljard euro voor uitgetrokken.
In het oorspronkelijke voorstel zouden kleine tot middelgrote bedrijven volgens staatssecretaris Hans Vijlbrief een kleine 60 procent van het beschikbare bedrag opstrijken. De coalitiepartijen in de Tweede Kamer willen zo sleutelen aan de regeling dat dit wordt opgeschroefd naar 65 procent.
De SGP had eigenlijk nog verder willen gaan en zette in op een verdeling waarbij 70 procent naar het mkb zou gaan. Maar de streng christelijke partij heeft dat voorstel uiteindelijk ingetrokken en de handtekening gezet onder dat van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, net als FVD en Van Haga.
De linkse oppositiepartijen, die het kabinet ook aan een meerderheid in de senaat kunnen helpen, zien niets in de BIK. Zij beschouwen die als een nieuwe poging van het kabinet om grote bedrijven te spekken, nadat eerder de afschaffing van de dividendbelasting en de verlaging van de winstbelasting niet doorgingen.