Rivian was ook op de tweede dag als beursgenoteerd bedrijf een van de smaakmakers op Wall Street. De producent van elektrische pick-ups en bestelbusjes werd ruim een vijfde meer waard, nadat bij het beursdebuut ook al een koerssprong werd gemaakt. Het bedrijf is inmiddels meer dan 100 miljard dollar waard en daarmee waardevoller dan gevestigde namen in de auto-industrie zoals General Motors en Ford.
Rivian steeg 22 procent tot 122,99 dollar. De onderneming ging voor 78 dollar per aandeel naar de beurs en is dus al bijna 58 procent in waarde gestegen.
Waar Rivian sterk steeg, werden entertainmentconcern Disney en maker van vleesvervangers Beyond Meat juist stevig lager gezet. Disney kwam met tegenvallende cijfers over de groei van het aantal abonnees van streamingdienst Disney+ en verloor 7 procent. Beyond Meat (min 13,3 procent) boekte een groter dan verwacht kwartaalverlies en ook hadden beleggers meer verwacht van de vooruitzichten voor het huidige kwartaal.
Wall Street sloot donderdag verdeeld. Vanwege Veterans Day was het een nieuwsluwe dag. De Dow-Jonesindex sloot 0,4 procent in de min op 35.921,23 punten. De breed samengestelde S&P 500 ging 0,1 procent omhoog tot 4649,27 punten. Techbeurs Nasdaq steeg tenslotte 0,5 procent en eindigde de dag op 15.704,28 punten.
Het Nederlandse chipbedrijf NXP, dat een notering heeft in New York, werd 2,3 procent hoger gezet. Topman Kurt Sievers liet tijdens een bijeenkomst voor investeerders weten dat het bedrijf verwacht in 2024 een omzet van 15 miljard dollar te behalen. Dat is aanzienlijk hoger dan waar analisten in doorsnee op rekenden. NXP levert onder meer veel chips aan de auto-industrie.
De Chinese webwinkel Alibaba steeg 2,4 procent. Het bedrijf bereikte een recordverkoop tijdens het koopjesfestijn Singles Day.
Datingapp Bumble daalde ruim 19 procent na een kwartaalbericht. Cosmeticaverkoper The Honest Company, opgericht door actrice Jessica Alba, opende ook de boeken en steeg ruim 10 procent. Modebedrijf Tapestry, bekend van de Coach-handtassen, werd 8,4 procent hoger gezet vanwege een verhoging van de omzetverwachting.
De euro was 1,1448 dollar waard, tegen 1,1468 dollar bij het slot van de Europese beurshandel. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,2 procent minder op 81,17 dollar. Brentolie werd 0,1 procent goedkoper op 82,58 dollar per vat.