De landbouw had in 2022 te maken met een hoger aandeel stikstof dat niet werd omgezet in landbouwproducten. Dat zogeheten stikstofoverschot lag daarmee 6,5 procent hoger dan een jaar eerder, ziet statistiekbureau CBS. De oorzaak was met name de droge zomer. In de stikstofcijfers van de laatste jaren is vooral een schommeling te zien.
Als stikstof overblijft en dus niet wordt benut door de landbouw, is dat niet goed voor het milieu. Het kan onder meer voor vermesting en verzuring van de bodem en het oppervlaktewater zorgen. Vorig jaar meldde het CBS dat het stikstofoverschot op zijn laagste punt was sinds 2014. Dit jaar is het juist niet meer zo hoog geweest sinds 2018.
In de droge zomer van 2022 waren de opbrengsten van kuilgras en weidegras lager dan normaal. Zo werd minder stikstof in het gras vastgelegd, en minder ging via deze oogsten naar het ruwvoer voor vee. Het jaar daarvoor was juist relatief een goed jaar voor ruwvoer.
Verder ziet het CBS wel dat belangrijke bronnen van stikstof in de landbouw afnemen. Er werd minder krachtvoer gebruikt en ook was er minder stikstof via kunstmest dan in 2021. Dit laatste komt waarschijnlijk door de gestegen prijs van kunstmest, mede veroorzaakt door gestegen gasprijzen.
Ook kwam er minder stikstof uit de veestapel. Het aantal varkens en kippen is afgenomen. Daarnaast scheidde rundvee minder stikstof uit door een andere samenstelling van het ruwvoer.