De financiële gezondheid van Nederlandse huishoudens is het afgelopen jaar gedaald. Was in 2021 nog de helft van huishoudens financieel gezond, vorig jaar ging het nog om vier op de tien. Dat melden accountants- en advieskantoor Deloitte, budgetinstituut Nibud en Universiteit Leiden op basis van gezamenlijk onderzoek.
Deloitte definieert financiële gezondheid als een situatie waarin "men in staat is, en het gevoel van controle heeft, om in een comfortabele manier aan alle huidige en lopende financiële verplichtingen te voldoen". In totaal werden 5000 huishoudens onderzocht, die werden ingedeeld in categorieën: gezond, toereikend, kwetsbaar en ongezond.
Het aandeel huishoudens dat werd beschouwd als financieel gezond daalde in 2022 van 27 procent naar 21 procent. Het aandeel huishoudens voor wie de financiële gezondheid toereikend was, daalde eveneens, van 24 procent naar 19 procent. Daarmee valt nu 60 procent van de onderzochte huishoudens in de categorieën kwetsbaar of ongezond, tegen iets minder dan de helft in 2021.
Zo geven bijna een op de vier huishoudens aan onzeker te zijn over het doen van grote uitgaven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld vakanties, de aanschaf van een auto of onderhoudswerkzaamheden aan hun huis. Een jaar eerder gold die onzekerheid nog voor een op de zes huishoudens.
Maar ook het betalen van noodzakelijke kosten kost huishoudens meer moeite. Het aandeel dat zonder problemen rekeningen kan betalen kwam vorig jaar uit op 54 procent, in 2021 was dat nog 65 procent. Volgens de onderzoekers lijkt een ruime meerderheid van 89 procent er desondanks nog wel in te slagen om de rekeningen te betalen zonder daarbij een achterstand op te lopen. Dat is volgens hen in lijn met de resultaten uit het vorige onderzoek.