Vakbonden FNV en CNV gaan in beroep tegen het oordeel van de rechtbank Amsterdam over de zelfstandigheid van werkers van het onlineplatform Temper. Temper koppelt via zijn website zelfstandige werknemers aan opdrachtgevers in de horeca, logistiek en schoonmaak. Volgens de vakbonden zou er sprake zijn van schijnzelfstandigheid en moeten de Temper-werkers als uitzendkrachten worden gezien en onder de desbetreffende cao vallen, maar de rechter is het daar niet mee eens.
FNV en CNV zijn teleurgesteld. Ze spreken van een "onbegrijpelijke" uitspraak, die "in strijd is met andere jurisprudentie van de afgelopen jaren in andere platformzaken". "We kunnen niet anders dan in hoger beroep gaan", zeggen de bonden.
Volgens de bonden heeft de Arbeidsinspectie eerder geconcludeerd dat Temper een uitzendbureau is en zou de uitspraak daarmee in strijd zijn met het oordeel van de inspectie. CNV-voorzitter Piet Fortuin vindt dat Temper "morrelt aan de fundamenten van de arbeidsmarkt".
"Het wordt echt tijd dat de politiek, belastingdienst en inleners hier paal en perk aanstellen", zegt Fortuin. "Want dit soort constructies zijn niet goed voor de medewerkers én niet goed voor de arbeidsmarkt en de samenleving als geheel."