Verhuurders van vrije sectorwoningen vrezen dat ze miljarden euro's aan huurders moeten terugbetalen nadat kantonrechters een streep hebben gezet door meerdere huurverhogingen, omdat die niet in lijn zijn met Europese wetgeving. Dat meldt de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland (IVBN) op basis van een studie naar de gevolgen van de rechtelijke uitspraken.
Hoewel de uitspraken voordelig klinken voor huurders, spreekt directeur Judith Norbart van de IVBN van een "bittere nasmaak" voor de samenleving. "Een eventuele vernietiging van het huurverhogingsbeding zal leiden tot terughoudendheid van maatschappelijke kapitaalverstrekkers. En juist dit kapitaal is heel hard nodig om de nieuwbouwopgave van bijna 1 miljoen woningen mede te realiseren."
Verhuurders in Nederland mogen via het zogeheten huurverhogingsbeding jaarlijks de huren mee laten stijgen met de inflatie, met een opslag erbovenop. Het is niet verplicht om die opslag in rekening te brengen, waardoor het verschil in huurverhogingen zonder duidelijke reden uiteenloopt volgens kantonrechters. Dat zou in strijd zijn met Europese regels.
De komende maanden gaat de Hoge Raad zich buigen over het huurverhogingsbeding. Mocht daaruit komen dat huurders inderdaad te veel hebben betaald, dan kan dat verhuurders duur komen te staan. Volgens de IVBN kan de schade oplopen tot 6,4 miljard euro, met alle gevolgen van dien. "Dit zal leiden tot liquiditeitsproblemen bij verhuurders en een forse schadepost voor pensioendeelnemers", meent de IVBN. "Een stagnering in de nieuwbouw volgt door het verminderde investeringskapitaal en een verdere scheefgroei op de woningmarkt volgt, omdat de markthuren fors gaan stijgen."
Daarnaast kan er tot 2040 zo'n 87,4 miljard euro aan misgelopen huurinkomsten ontstaan als er in de toekomst geen huurverhogingen meer worden mogen doorgevoerd. Daardoor zou de totale waarde van Nederlandse huurwoningen in de vrije sector kunnen dalen met 24 tot 40 procent, volgens de IVBN.