Het Verenigd Koninkrijk heeft nieuwe sancties tegen Rusland aangekondigd die voor het eerst gericht zijn op schepen uit de zogenaamde schaduwvloot. Deze olietankers helpen de Russen om beperkingen op de export van olie te omzeilen. De oliehandel is een belangrijke inkomstenbron voor het Kremlin, dat daarmee de oorlog tegen Oekraïne financiert.
Veel westerse landen hebben de import van Russische olie aan banden gelegd en willen wereldwijd de inkomsten beperken door een maximumprijs af te dwingen. Maar via overwegend verouderde schepen met ondoorzichtige eigendomsstructuren ontloopt Rusland veel van die obstakels. De Britse regering kondigt nu aan dat vier van die schepen op de sanctielijst komen, waardoor ze onder andere geen toegang krijgen tot havens in het Verenigd Koninkrijk.
De Britten kondigden meer sancties aan. In navolging van de Verenigde Staten voeren ze ook strafmaatregelen in tegen de belangrijkste effectenbeurs in Moskou. De beurs kondigde daarop aan geen transacties in dollars of euro's meer te kunnen uitvoeren. Ook komen er nieuwe sancties tegen bedrijven in China, Israël, Turkije en Kirgizië die het Russische leger munitie, chips of machines zouden leveren.
Het nieuws over de sancties viel samen met de top van de G7 in Italië, waar ook de Oekraïense president Volodymyr Zelensky aanwezig was. Regeringsleiders van het blok rijke landen sloten een principeakkoord over leningen van 50 miljard dollar aan Oekraïne die worden gedekt door de winsten op bevroren Russische tegoeden. In een reactie op dat plan dreigde het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken met tegenmaatregelen die erg pijnlijk zouden zijn voor de Europese Unie.