De waarde van de Turkse lira is maandag naar een nieuw dieptepunt gedaald, na de nederlaag voor de partij van president Recep Tayyip Erdogan in de lokale verkiezingen van zondag. Erdogan heeft de verkiezingen al een keerpunt voor zijn partij genoemd. Beleggers zijn bang dat de regering het economische beleid opeens gaat omgooien.
De lira was onlangs al veel aan waarde verloren en leverde maandag in de loop van de dag nog eens 0,2 procent in. De munt past meer dan 32 keer in de Amerikaanse dollar en is 9 procent minder waard dan begin dit jaar. Hoewel nog niet alle stemmen zijn geteld, is al duidelijk dat Erdogans partij AKP veel terrein heeft verloren aan de oppositie, vooral in de grote steden.
"Het lokale verkiezingsverlies van Erdogan mag het macrobeleid (voorlopig) niet laten ontsporen", stelde een deskundige bij de firma Tellimer al. Volgens hem "is het aanpakken van de inflatie nu zowel een politieke als een economische prioriteit, en dat zou de verandering van het beleid naar een meer orthodoxe koers op de korte termijn moeten ondersteunen".
De Turkse centrale bank is juist bezig om de inflatie te bestrijden door de rente te verhogen. Eerder deed Turkije hier weinig aan. Erdogan zag lang niets in de standaard economische praktijk van het verhogen van de rente om de inflatie terug te dringen en ontsloeg meerdere centralebankpresidenten die daar anders over dachten.
Op de beurs in Istanbul ging de belangrijkste graadmeter maandag tussentijds bijna 2 procent omlaag. Vooral bouwbedrijven leverden flink aan waarde in. De verkiezingsuitslag maakt het minder waarschijnlijk dat verschillende door de overheid gesteunde megaprojecten nog echt worden uitgevoerd.