De werkloosheid in de eurozone is in april iets gedaald ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Volgens het Europese statistiekbureau Eurostat kwam de werkloosheid vorige maand uit op 6,4 procent, tegen 6,5 procent een jaar eerder. Vergeleken met maart dit jaar nam de werkloosheid ook licht af.
Volgens Eurostat waren er in april in de eurolanden bijna 11 miljoen mensen werkloos. Voor de EU ging het om meer dan 13,1 miljoen mensen zonder betaald werk. De jeugdwerkloosheid in het eurogebied bedroeg 14,1 procent, tegen 14,3 procent een maand eerder. In de EU zat 14,4 procent van de jongeren onder 25 jaar zonder werk. In maart was dat 14,7 procent.
In Spanje en Griekenland was de werkloosheid wederom het hoogst met respectievelijk 11,7 en 10,8 procent. In Spanje heeft meer dan een kwart van de jeugd geen betaald werk, waarmee het land ook koploper is op dat gebied. De laagste werkloosheid werd gemeten in Tsjechië (2,7 procent).
Voor Nederland meldde Eurostat een werkloosheid van 3,7 procent. Dat was iets meer dan de 3,6 procent in maart. De jeugdwerkloosheid bleef in Nederland stabiel op 8,7 procent vergeleken met maart.