Anouk Vetter en Emma Oosterwegel hebben voor een grote verrassing gezorgd door ieder een medaille te winnen op de olympische zevenkamp. Vetter veroverde in Tokio zilver in een Nederlands record van 6689 punten, Oosterwegel behaalde het brons met 6590 punten, een dik persoonlijk record.
Alleen de Belgische Nafissatou Thiam scoorde beter met 6791 punten. Zij prolongeerde haar olympische titel van Rio 2016.
De Nederlandse atletiekploeg staat nu in Tokio op vier medailles. Eerder won Sifan Hassan goud op de 5000 meter en Femke Bol brons op de 400 meter horden.
De 28-jarige Vetter stond na de eerste dag en vier onderdelen tot haar grote verrassing aan de leiding. Ze begon met een persoonlijk record op de 100 meter horden van 13,09. Daarna volgden 1,80 bij het hoogspringen, 15,29 met de kogel en 23,81 op de 200 meter.
Ook na het eerste onderdeel op de tweede dag van de meerkamp, het verspringen, had ze de leiding nog in handen. Ze noteerde 6,47 meter. Pas na het speerwerpen, dat met 51,20 minder goed ging, verdrong Thiam haar van de eerste plaats.
Het goud kwam in de afsluitende 800 meter niet meer in gevaar voor Thiam. Vetter ging de race in met ruime voorsprong van 200 punten op haar eerste belagers en wist het zilver veilig te stellen, ook al liep ze de 800 meter op haar tandvlees in 2.18,72. Voor Vetter is het haar derde medaille op een groot toernooi. Ze werd in 2016 Europees kampioene en behaalde op de WK van 2017 brons.
Oosterwegel grossierde in de beste meerkamp van haar leven in persoonlijke records: 13,36 op de 100 horden, 1,80 hoog, 24,25 op de 200 en 54,60 met de speer. Ze steeg na ieder onderdeel in de tussenstand en zag een medaille lonken. De 23-jarige Diepenveense ging ervoor op de 800 meter en finishte in 2.11,09. Met die tijd stootte ze de Amerikaanse Kendell Williams van de derde plek en greep ze onverwacht het brons.