Het aantal nieuwe woningen voor ouderen blijft ver achter bij de kabinetsdoelen. Woonminister Hugo de Jonge kondigde in 2022 aan dat er tot 2030 jaarlijks gemiddeld 36.000 nieuwe seniorenwoningen moeten komen, maar dit jaar komen er slechts zo'n 2800 bij. De komende twee jaar blijft het aantal opleveringen ook rond dit aantal steken, meldt ABN AMRO op basis van cijfers van vakmedium Cobouw.
De oorzaken voor het grote tekort zijn de bekende problemen in de bouwsector: het onaantrekkelijker geworden investeringsklimaat door de hogere rente, dure grond en een tekort aan bouwlocaties. "Eerder bleek al dat we het algehele kabinetsdoel voor 900.000 nieuwbouwwoningen in 2030 niet gaan halen, maar voor ouderenwoningen is het tekort nog veel groter", zegt vastgoedeconoom Paul Bisschop van ABN AMRO.
Woningcorporaties waren de afgelopen jaren nog goed bezig gezien het hogere aantal verleende vergunningen, in tegenstelling tot particuliere bouwers. Maar ook hun doel van 300.000 nieuwbouwwoningen in 2030 lijkt lastig haalbaar te worden, doordat zij steeds minder makkelijk grond kunnen kopen. "Voor ouderenwoningen is dit een extra groot probleem. Deze moeten dicht bij faciliteiten liggen en juist hier is weinig grond beschikbaar die ook nog betaalbaar is", aldus Bisschop.
Het gebrek aan nieuwe woningen verhoogt volgens de bank het risico op ongelukken omdat ouderen te lang in een niet-geschikte woning blijven. Op deze manier wordt de druk op de zorg groter, terwijl het personeel ook al meer tijd kwijt is aan zorg aan huis doordat ouderen blijven waar ze al woonden. Daarnaast is het belemmerend voor de doorstroming op de woningmarkt. ABN AMRO wil dan ook dat de regering iets doet aan de slechte beschikbaarheid van bouwgrond.
In Flevoland komen er de meeste ouderenwoningen bij, zo'n 200 per 100.000 bestaande woningen. "Maar ook in Flevoland zal het aantal flink omhoog moeten om in de buurt te komen van de doelstellingen", schrijft ABN AMRO. Op gepaste afstand volgen de provincies Groningen (130) en Zeeland (120).