Apple heeft aangekondigd veranderingen door te voeren in zijn besturingssysteem iOS, de App Store en zijn webbrowser op apparaten in de Europese Unie. Daarmee wil het Amerikaanse techconcern tegemoetkomen aan de strengere regels van de zogeheten Wet op de Digitale Markten (DMA). Die Europese wet ging in mei in en de EU wil daarmee voorkomen dat grote techbedrijven als Apple hun macht misbruiken.
De veranderingen worden bij een update in maart doorgevoerd in de 27 EU-lidstaten. Zo wordt het mogelijk voor ontwikkelaars om alternatieven voor de App Store te ontwikkelen. Ook krijgen gebruikers van Apples iPhones, iPads en Mac-pc's en -laptops de mogelijkheid om een voorkeur voor een webbrowser te geven. Voorheen stond Apples webbrowser Safari standaard op apparaten ingesteld.
"De wijzigingen die we vandaag aankondigen, voldoen aan de eisen van de DMA in de Europese Unie en helpen gebruikers in de EU te beschermen tegen de onvermijdelijke toename van privacy- en beveiligingsrisico's die deze verordening met zich meebrengt", meldt Apple op zijn website. "Onze prioriteit blijft het creëren van de best mogelijke, veiligste ervaring voor onze gebruikers in de EU en de rest van de wereld."
Onlangs meldde de Europese Commissie nog dat Apple toezeggingen had gedaan over Apple Pay, waarmee mensen contactloos kunnen betalen met hun Apple-apparaat. Die volgden op het onderzoek van de commissie naar het schenden van concurrentieregels. Centraal daarin stond de zogeheten NFC-chip, die contactloos betalen mogelijk maakt. Die was voorheen voorbehouden aan de eigen betaalsoftware van Apple, Apple Pay dus.
Ook die toezeggingen lijkt het bedrijf nu te gaan realiseren. Zo wordt het voor ontwikkelaars mogelijk toepassingen voor de Europese markt te ontwikkelen met NFC-technologie. Gebruikers kunnen op hun beurt dan kiezen voor een alternatieve 'mobiele portemonnee'.