De Nederlandse mannenploeg heeft op de Olympische Spelen in Tokio de finale bereikt van de 4x400 meter estafette in een Nederlands record van 2.59,06. Voor het eerst doken de sprinters onder de grens van 3 minuten.
Jochem Dobber, Terrence Agard, Tony van Diepen en Ramsey Angela eindigden in de eerste van de twee series als vijfde achter de teams van de Verenigde Staten, Botswana, Trinidad & Tobago en Italië. Met die klassering ging het kwartet niet rechtstreeks door. Dat was alleen weggelegd voor de eerste drie.
In de tweede serie was de nummer vier langzamer dan Nederland, waardoor het team als tweede tijdsnelste een plek in de finale van zaterdag veiligstelde.
Liemarvin Bonevacia kreeg rust. De atleet liep donderdag de finale van de 400 meter, waarin hij als achtste eindigde en zich helemaal leeg had gelopen. "Hij mocht zich sparen, maar zal zeker de finale lopen. Wie er dan uitgaat, is aan de coaches’’, zei Agard, die als tweede loper een sterke indruk maakte en Nederland zelfs even in vierde positie bracht. Van Diepen leverde die plek vrijwel meteen weer in, maar haakte wel aan bij de eerste vier. Laatste man Angela slaagde er evenmin in op te schuiven naar voren.
"We gaan dik 3 seconden onder het vorige Nederlandse record, dus dat zegt vooral dat we heel goed gelopen hebben. Maar de finaleplek geeft nu meer voldoening. Dat was belangrijker", zei startloper Dobber. "Ik denk dat we voor dit moment niet beter konden dan dit, maar als we morgen om de medailles willen meedoen, zal het wel harder moeten", aldus Angela.
De estafetteploeg op de 4x400 meter deed in aanloop naar de Spelen van Tokio al van zich spreken op twee internationale toernooien. Het mannenteam, met Dobber, Bonevacia, Angela en Van Diepen, veroverde in mei goud op de WK estafette in de Poolse stad Chorzow. Hetzelfde viertal greep in maart ook al het goud op de 4x400 meter bij de EK indoor in het eveneens Poolse Torun.